Het is zomer. In de verzorgingshuizen worden leuke activiteiten georganiseerd in de tuin. Barbeque, optredens, echte schaapjes en veel gezelligheid. Heel leuk, maar niet voor iedereen. Voor de allerkwetsbaarsten (raar woord) is het geen optie om erbij te zijn. Sommigen zijn bedlegerig en zwak, anderen kunnen niet te veel prikkels verdragen of houden niet van een groep mensen.
Gelukkig werd er door de activiteitenbegeleiding van Laurens de Hofstee rekening gehouden met deze groep. Ik werd gevraag dom met de kleine harp juist voor deze groep mensen te komen spelen. Individueel, in hun eigen kamer of in een hoekje van de woonkamer. Het werd een bijzondere ochtend.
Al in de gang begon het. Mevrouw loopt meestal de hele dag en roept klanken in haar eigen geluid. Bij het horen van de klanken van de harp vertraagt ze haar pas en ze draait om. Ze laat zich naar een stoel leiden en gaat zitten. Al snel komt er oogcontact en ze gaat er echt even voor zitten, alsof ze wil zeggen “kom maar op, entertain me”. Dat doe ik, en al gauw beweegt ze mee op de maat. Langzaam verzamelen zich meer bewoners in de hal. Vrolijke boel!
Dan lopen we naar de lift en bezoeken een dame die stil in haar bed ligt. Met een zachte melodie probeer ik contact te maken. Al gauw opent ze haar ogen. Aan haar gezicht kunnen we zien dat ze luistert. Er worden foto’s gemaakt voor de familie. Medewerkers kijken ontroerd toe: “wat, mooi, ze geniet.”
Dan naar meneer B, hij was muzikant en het is moeilijk voor hem te accepteren dat hij nu hier woont. Het is nog even spannend of hij harpmuziek wil horen en of hij contact zal maken. Hij ligt in bed en zodra hij me ziet met de kleine troubadourharp zegt hij “is dit het?” Ik pingel iets Keltisch en hij onderbreekt met de vraag: “Is dit klassiek? Kun je ook iets spelen van Los Paraguayos?” Hoppa, ik gooi er een snelle Galopa in uit Paraguay en na afloop krijg ik oprecht een compliment. Als ik dan aanstalten maak om verder te gaan met een ander nummer onderbreekt hij me, het is genoeg geweest.
Ik vind dat prima, het is belangrijk dat mensen hun eigen regie kunnen hebben waar mogelijk. De begeleiding is super blij, dat hij me überhaupt heeft toegelaten en dat een verzoeknummer kon worden ingewilligd.
Het is heel fijn dat ik word rondgeleid door de activiteitenbegeleidingomdat ik de mensen nog niet ken, zij kunnen goed observeren wat de muziek doet voor de bewoners.
Zo gaan we het huis door, kamer in kamer uit, lift in trap op, overal bijzondere ontmoetingen met kwetsbare mensen, even een zonnestraal brengen met de muziek. Bij de ene krijg ik groot applaus, bij de ander is een opgetilde wenkbrauw al een fijne reactie.
Niet bij iedereen is het een succes: een heer had net een injectie gekregen en was daardoor gespannen en in zichzelf gekeerd. Ook de harpmuziek liet hij niet binnenkomen. Misschien een ander moment…
Een onverwacht mooie interactie was met die gesluierde dame in de hoek, ik zou in eerste instantie niet voor haar spelen maar voor een huiskamergenoot. Maar ik voelde haar aanwezigheid, had t idee dat ze op de maat aan het mee wiegen was, en liep zachtjes op haar af. Muziek in de stijl van het Midden Oosten, hoe zou dat werken voor haar? Ze richtte meteen haar blik op mij om die niet meer los te laten. Als ik een oosters liedje speelde, kwam er een korte emotionele reactie, ze bleef me aankijken en er werd aangegeven door de begeleiders dat ik door mocht spelen. Stil keken de meiden van de verzorging toe… er was contact!
Het was een bijzondere ochtend. Van mijn kant een dikke pluim voor de medewerkers, die oog hebben voor kleine details en de kwetsbare bewoners.
p.s. foto twee is in een ander verzorgingshuis waar ik als troubadour de Kunstweek mocht openen bij de prachtige Nachtwacht